Ervaringsverhaal postnatale depressie

Ervaringsverhaal Postnatale depressie

Ervaringsverhaal postnatale depressie

Ik ben 33 jaar oud en moeder van twee kinderen. In juli 2018 werd ik voor het eerst moeder en in september 2021 voor de tweede keer. Beide keren raakte ik heel snel zwanger, had ik een ongecompliceerde zwangerschap en werd er een mooi en gezond meisje geboren. Reden genoeg om de welkbekende roze wolk te ervaren, vond ik. Maar wat ik voelde leek daar niet eens op. In 2018 was de wolk donkergrijs. In 2021 was het een onophoudelijke storm met pikzwarte wolken.

Na de geboorte van mijn oudste dochter voelde ik me niet zoals ik gehoopt had. Ik voelde me ongeschikt als moeder, voelde me gespannen en rot en hoewel ik uitgeput was, lukte slapen me nauwelijks. Na zes weken voelde ik me steeds beter. Ik vertelde niemand hoe ik me echt had gevoeld en probeerde er niet aan terug te denken. Ik wilde het in ieder geval nooit meer meemaken en twijfelde daardoor erg of ik wel ooit een tweede kindje zou willen.

Uiteindelijk draaide ik bij en in september 2021 is onze jongste dochter geboren. De eerste week na de geboorte voelde ik me echt goed. Ik was gelukkig en ik weet nog dat ik dacht: dus zo voelt een roze wolk. Alles ging volgens het boekje: onze dochter sliep veel en dronk goed, huilde weinig en was heel tevreden en rustig. En toch voelde ik me op de dag dat onze dochter één week oud was verdrietig en onrustig. De paniek die ik tijdens de eerste kraamperiode had gevoeld, was terug.

Met professionele hulp lukte het me om de gebeurtenissen van 2018 te verwerken. Ik hoopte dat ik me daarmee meteen een stuk beter zou voelen. Maar dat gebeurde niet, de eerste maanden voelde ik me juist steeds slechter. Mijn leven voelde als een diep zwart dal. Ik beleefde nergens meer plezier aan en piekerde me suf. Ik lag veel wakker en sliep hooguit enkele uren per nacht. Ondanks het slaaptekort voelde ik geen vermoeidheid. Ik bleef doorgaan, zat geen seconde stil. Ik wandelde uren met de hond en plande mijn agenda van ’s ochtends vroeg tot ’s avond laat vol. Tijd werd mijn grootste vijand. Ik moest elke minuut gevuld zien te krijgen, want zo gauw ik niks te doen had, sloeg de paniek toe. Rust en alleen zijn was geen optie meer. Op zulke momenten voelde ik me opgejaagd, nam mijn hartslag toe, had ik het benauwd en wilde ik het liefst vluchten en nooit meer terug komen. Ik voelde me intens verdrietig en eenzaam. Gedachten aan de dood kwamen steeds vaker en op een gegeven moment was ik er van overtuigd dat het voor mijn omgeving beter zou zijn als ik er niet meer was. Ik vond dat mijn tijd hier er op zat. In mijn hoofd schreef ik afscheidsbrieven aan mijn omgeving.

Ik snapte er niks van en zocht naar een verklaring. Ik was nuchter. Ik had niet te klagen. Ik had alles wat ik kon wensen en toch was ik niet blij. Ik voelde me ondankbaar. Ik schaamde me voor alles wat in mijn hoofd speelde, maar bovenal voelde ik me schuldig. Want al die dingen waren slechts bijzaak. Wat ik het allerergste vond, was dat mijn gevoel voor mijn baby weg was. Het was alsof ze het kind van een ander was. Ik zag wel dat het een leuk, makkelijk kind was, maar ik voelde het niet. Ik heb haar zo vaak bij me gepakt en haar geknuffeld, in de hoop dat ik iets voelde. Maar ik voelde niks. Ook niet als ze naar me lachte. En dat deed ze heel vaak. Iemand hoefde haar maar aan te kijken en ze lachte. En dan smolt iedereen. Behalve ik. In het begin lachte ik steeds geforceerd terug. Ik dwong mezelf terug lachen, want ik was zo bang dat ik haar hele leven zou verpesten doordat ze zich niet goed zou hechten aan mij. Telkens perste ik er een lachje uit. Totdat ik door had dat alleen mijn mond lachte, maar verder niets. Ik gaf het op. Ik hoefde van mezelf niet meer terug te lachen, omdat ik er van overtuigd was dat ze toch wel door zou hebben dat mijn lach niet oprecht was. Ik lachte niet meer terug. Hoe vaker ik mezelf hierop betrapte, hoe verdrietiger ik werd. Als ze lachte, voelde ik niets wat in de buurt kwam van onvoorwaardelijke liefde. Ik voelde me hierdoor een waardeloze moeder. Ik heb mezelf zo vaak vervloekt. Ik wilde niet meer huilen en niet meer voelen. Dus besloot ik uiteindelijk om haar niet meer aan te kijken. Dit deed ongelofelijk veel pijn. Maar het alternatief, haar wel aankijken, deed nog meer pijn. Keer op keer bevestigde dit hoe slechte moeder ik was.

Er waren veel momenten dat ik dacht dat het nooit meer zou goedkomen, dat ik dacht dat dit mijn nieuwe leven was en me voor altijd zo zou blijven voelen. Al was het geen leven te noemen, het was meer overleven. En toch kwam het goed. Steeds wat vaker en steeds wat langer voelde ik me beter. Het kostte zo veel meer tijd dan me lief was, maar het is goed gekomen. Dankzij steun van mijn omgeving, door te accepteren en door te praten met de juiste mensen. Wat ben ik blij dat het gelukt is, want ik zou mijn gezin voor geen goud kunnen missen. En wat ben ik dankbaar dat ik dit nu weer zo voel.

Deel:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn
In-mijn-achtertuin-contact-4

Welkom in mijn achtertuin

In mijn achtertuin is een plek om te inspireren, waar het gezellig is en waar je mag brainstormen over al je nieuwe ideeën. Op deze plek worden ook eerlijke woorden gesproken en kritische vragen gesteld. Je wordt aangezet tot nadenken. In mijn achtertuin geeft je ook de ruimte om te vertragen en overzicht te creëren in je volle hoofd. Met uiteindelijk het doel om jezelf te verbinden met jezelf en anderen. Om zo tot verdieping te komen. Een stap verder te zetten of om letterlijk tot bloei te komen.”

Laat je inspireren

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Scroll naar boven